-
1 zich in allerlei bochten wringen
zich in allerlei bochten wringen————————zich in allerlei bochten wringenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in allerlei bochten wringen
-
2 zich in allerlei bochten wringen
zich in allerlei bochten wringenDeens-Russisch woordenboek > zich in allerlei bochten wringen
-
3 zich in allerlei bochten wringen
гл.перен. выкручиваться -
4 zich in allerlei bochten wringen om iets te vermijden
zich in allerlei bochten wringen om iets te vermijden〈 ook〉 try to worm one's way/wriggle out of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in allerlei bochten wringen om iets te vermijden
-
5 wringen
1 [draaien] wring♦voorbeelden:zich in allerlei bochten wringen om iets te vermijden • 〈 ook〉 try to worm one's way/wriggle out of somethingII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door draaien in een toestand brengen] wrench♦voorbeelden:1 zich door de menigte wringen • push/worm one's way through the crowdzich ergens tussen wringen • squeeze in between1 [knellen] pinch -
6 tortiller
tortiller [tortiejee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ineen)draaien ⇒ wringen, kronkelen♦voorbeelden:tortiller ses doigts • (zenuwachtig) zijn hand samenknijpen1. v3) wringen, kronkelen2. se tortillerv -
7 contorsion
contorsion [kõtorsjõ]〈v.〉1. f1) verdraaiing [ledematen, waarheid]2. contorsionsf pl2) grimassen3) overdreven houding, gemaaktheid -
8 winden
winden1 winden, ophijsen2 winden, wikkelen♦voorbeelden:1 zich winden, wikkelen♦voorbeelden:eine gewundene Treppe • een wenteltrapsich durch die Menschenmenge winden • zich een weg door de mensenmenigte banen -
9 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
10 wriggle
n. opwinding; beweging; het zich ervan afmaken (van probleem)--------v. kronkelen; zich bevrijden; ontvluchten (aan een probleem enz.); heen en weer schommelen; verbuigenwriggle1[ rigl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kronkel/wriemelbeweging ⇒ gekronkel/wriemel————————wriggle2♦voorbeelden:1 wriggle out of something • ergens onderuit proberen/weten te komenwriggle through the crowd • zich door de menigte heen wriemelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 krümmen
krümmen1 zich krommen, zich buigen ⇒ kromtrekken, krom gaan staan♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 was ein guter Haken werden soll, krümmt sich beizeiten • het moet vroeg krommen, zal het een goede punthaak geven -
12 fall over backwards
fall over backwardszich uitsloven, zich in allerlei bochten wringen -
13 disloquer
disloquer [dieslokkee]1 in stukken uiteen doen vallen ⇒ uit elkaar halen, uit elkaar rukken2 verbrokkelen ⇒ verspreiden, ontbinden♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v2) verbrokkelen, ontbinden3) ontwrichten2. se disloquerv -
14 drehen
drehen♦voorbeelden:〈 informeel〉 da hat doch jemand dran gedreht! • daar klopt toch iets niet!daran ist nichts zu drehen und zu deuteln • dat is zo klaar als een klontjeII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:das Recht drehen • het recht verdraaiendas Gas auf klein drehen • het gas op de lage stand zetten♦voorbeelden:mir dreht sich alles • alles begint me te draaien, ik voel me draaierigsich im Kreise drehen • in een cirkel ronddraaien -
15 выкручиваться
v -
16 выкручиваться
v -
17 bocht
I 〈de〉♦voorbeelden:een scherpe bocht • un virage serréuit de bocht vliegen • manquer le virage♦voorbeelden:'t is bocht • c'est infect -
18 bocht
I 〈de〉2 [buiging in een lijn] curve♦voorbeelden:1 een scherpe/ruime bocht • a sharp/wide bendeen bocht te ruim/krap nemen • take a bend too wide/sharpuit de bocht vliegen • go off the road¶ Harry weer in de bocht hoor! • Harry is at it again!in de bocht springen • 〈 met betrekking tot touwtjespringen〉 jump in under/over the rope1 [drank] cheap rubbish -
19 Aal
-
20 sich drehen und wenden
- 1
- 2